Het oprichten van een kleinschalige woongroep in wording
In Nederland kun je er nu en zeker in de toekomst niet van uitgaan dat de overheid voor je oude dag zorgt.
Het veranderende zorgsysteem noodzaakt mensen uit de generatie die nu rond de 60 zijn om uit te kijken naar een levensloopbestendige woning en bijbehorende zelfvoorzienende zorgmogelijkheden.
Bejaardenhuis
Ik herinner me dat toen mijn opa en oma 65 werden er al zonder meer van uit werd gegaan dat zij hun bovenwoning opgaven en in een bejaardenhuis op hun dood gingen zitten wachten. Hun zuurverdiende spaarcentjes gingen er in het eerste jaar snel doorheen, omdat je als “rijke” bejaarde een eigen bijdrage moest betalen.
De regie over hun leven werd helemaal overgenomen door het tehuis en op dat moment (ik was toen een jaar of tien) vond ik daar niets vreemd aan.
Was destijds het doel de oudere medemens zo snel mogelijk hun huis te laten vrijmaken omdat er een woningnood was, het tegenovergestelde zie je nu gebeuren. En dat terwijl er nog steeds veel jonge mensen naar een woning zoeken en vaak op lange wachtlijsten voor huurwoningen staan, maar dat terzijde.
Beschermde woonomgeving
Je moet tegenwoordig wel erg je best doen om in een beschermde woonomgeving terecht te komen. Het zorgstelsel is erop gericht mensen zo lang mogelijk in hun eigen huis te laten wonen en in te zetten op mantelzorg en ondersteuning vanuit de wijkzorg.
Dat leidt vaak tot schrijnende gevallen.
Als je zelf wat ouder begint te worden, kom je steeds dichter bij dit voorland. Zeker als mantelzorger van mijn inmiddels overleden man, dacht ik daar vaak over na.
Route 66 was het begin
Eind 2017, enkele maanden na het overlijden van mijn man werd ik gevraagd mee te gaan op een trip naar Amerika. Met mijn zus en zwager en hun buurvrouw (tevens goede vriendin) hebben we in maart 2018 een gloednieuwe camper van Chicago naar Los Angeles gebracht over Route 66.
De camper was zeker niet klein, maar de weg was lang en de weersomstandigheden wisselend van sneeuw tot een mager zonnetje. Dan zit je met vier volwassenen dicht op elkaar, maar er is deze vakantie geen onvertogen woord gevallen. Ieder had haast als vanzelfsprekend zijn eigen taken, we zorgden met en voor elkaar.
Bij mijn drie reisgenoten bestond het idee al langer om meer met elkaar en voor elkaar te zorgen tijdens de “oude dag”, maar door deze reis hadden ze in mij hun ontbrekende derde partij gevonden.
Het zaadje was geplant, er begon iets te ontkiemen.
Een idee nodigde uit om verder uitgewerkt te worden.